Deze cultuurhistorische studie onderzoekt de ontstaansgeschiedenis en waarden van twee heel verschillende panden aan de Maaskade te Rotterdam. Het gaat om nummer 113 – het huidige kantoorgebouw van Ooms Makelaars, ooit gebouwd als de zetel van rederij Willem van Driel, en nummer 115 – een constellatie van vier laat-19de eeuwse voormalige woonpanden. Het is vooral het Van Drielgebouw dat een nadere, cultuurhistorische blik rechtvaardigt: een Rijksmonument en tegelijk een icoon in de stad, dat iedereen die Rotterdam een beetje kent, zonder veel moeite weet te plaatsen. Die iconische status ontleent het bouwwerk aan zijn monumentale, onmiddellijk herkenbare vorm – een buitenproportioneel dak – waarmee het van een afstand gezien een markant onderdeel is van het beschermd stadsgezicht van het Noordereiland. Van dichterbij is de rijke geschiedenis van scheepvaart en overslagwerkzaamheden in die cruciale periode in de geschiedenis van Rotterdam rond de eeuwwisseling (19de naar 20ste eeuw), zichtbaar in de uitbundige ornamentering. De uitzonderlijk goede staat waarin het gebouw verkeert, maakt die geschiedenis nog altijd voelbaar. Het pand ernaast is zo mogelijk in bijna alle opzichten het tegenovergestelde, zijnde een alledaags, tamelijk anoniem 19de eeuws hoekpand. Beide gebouwen (113 en 115) zijn al meer dan een halve eeuw aan elkaar gekoppeld en functioneren als één enkel kantoorpand.