Reads
“Rotterdam moet stoppen met de bouwwoede en een nieuwe identiteit ontwikkelen”
In februari besteedde het VPRO programma De Slag om Nederland een onderwerp aan de leegstand in Rotterdam en voorspelde dat Rotterdam een spookstad zou worden. Architectuurhistoricus Wouter Vanstiphout bekritiseerde in dit programma het bouwbeleid van de gemeente Rotterdam. Op Vers Beton reageerde Tim de Bruijn vervolgens met een opiniestuk waarin hij Vanstiphout feitelijke onjuistheden verweet. Is het allemaal echt zo hopeloos gesteld met de stad? Of is er toch nog hoop?
21 May 2013 _ Interview met architectuurhistoricus Wouter Vanstiphout _ in: Vers Beton
Braudels Donkey
“The wind of rebellion has swept across the Mediterranean from North Africa towards Southern Europe”. This is a quote by the Belgian Political Scientist Eric Toussaint, who blogs for the Left Wing site International Viewpoint.1 His viewpoint is far from unique, hundreds of similar enthusiastic appraisals of the Arab Spring and the anti austerity demonstrations of the past year can be find in books, magazines, blogs and twitter accounts in Europe and the United States, by the superstars of neo-Marxism Mike Davis and David Harvey, and their myriad fellow travellers.
It seems that the Mediterranean has become a zone of promise for the end of capitalism. The images of demonstrations by angry youths in Syntagma square in Athens, Puerta del Sol in Madrid, Habib Bourguiba avenue in Algiers, Tahrir Square in Egypt, blend into each other, and become one single panorama of urban revolution. Everywhere we see the monumental squares, dominated by huge bureaucratic buildings, normally congested traffic roundabouts filled with masses of flag waving citizens, who set up camp and refuse to leave until their demands are met.
1 May 2013 _ article by Wouter Vanstiphout _ Historians and the Mediterranean as a Political Project
De scheiding van markt en overheid
In Rotterdam woedt al een paar maanden een felle discussie over de rol van de Gemeente in het bouwbeleid, met name bij grootschalige projecten in het centrum van de stad. Het meest recent is de kwestie ‘Forum Rotterdam’, een voorstel van het architectenbureau OMA voor een immens kubusvormig gebouw aan de Coolsingel, met daarin een high-end shopping mall, kantoren, appartementen en de nieuwe behuizing voor het Historisch Museum Rotterdam. Het project wordt fel bekritiseerd door onder andere een groep winkeliers die zich zorgen maakt of het gebouw – in deze tijden van afnemende behoefte aan winkeloppervlakte – de finale doodslag zal geven aan de toch al worstelende zaken aan de Lijnbaan en de winkelstraten daarbuiten. Voorstanders zeggen daarentegen dat de winkeliers er juist van zullen profiteren, omdat een dergelijk ‘concept’ weer winkelaars naar Rotterdam zou trekken die er anders niet zouden komen.
26 March 2013 _ article by Wouter Vanstiphout _
In search of new values
While many new cities are being built worldwide the private sector is taking many of the traditional roles of the government in planning and governance. What does that mean for the quality of our future cities? And what role is there in this new constellation for city leaders?
In Western Europe the idea of building a new city from scratch has not been a relevant issue now for the last decades. It used to be on our agenda to solve the housing shortage during the postwar years and lead to hundreds of so called New Towns all over Europe. But now that economic growth has shifted to Asia, it comes as no surprise that also the phenomenon of New Towns has moved to this continent. To give an idea about the scale of this phenomenon: the predictions are that China will build four hundred cities and in India it is estimated that two hundred cities are necessary to absorb the predicted demographic growth.
1 March 2013 _ Article by Michelle Provoost _
Het einde van het perpetuum mobile of the self destruction machine
Stadswinkel
Enkele weken terug had ik mijn laatste openbare vergadering van de Rotterdamse Welstandscommissie. Na in drie jaar honderden architecten presentaties gezien te hebben, maakte ik iets mee dat voor mij volkomen nieuw was. Reinier de Graaf van het ontwerpbureau Office for Metropolitan Architecture gebruikte het aanzienlijke arsenaal van retoriek en presentatiemiddelen dat zijn bureau bezit, niet om ons te overtuigen van de wenselijkheid en schoonheid van zijn project, maar juist om ons te waarschuwen voor een uiterst zorgwekkende ontwikkeling die voor zijn ontwerp dreigde. Met plattegronden en photoshopmontages werden mogelijke uitwerkingen van het Stadskantoor, dat op dat moment al in aanbouw was, getoond die rampzalig zouden zijn voor het gebouw, maar die de architect mogelijk gedwongen zou worden om te maken.
Enkele weken terug had ik mijn laatste openbare vergadering van de Rotterdamse Welstandscommissie. Na in drie jaar honderden architecten presentaties gezien te hebben, maakte ik iets mee dat voor mij volkomen nieuw was. Reinier de Graaf van het ontwerpbureau Office for Metropolitan Architecture gebruikte het aanzienlijke arsenaal van retoriek en presentatiemiddelen dat zijn bureau bezit, niet om ons te overtuigen van de wenselijkheid en schoonheid van zijn project, maar juist om ons te waarschuwen voor een uiterst zorgwekkende ontwikkeling die voor zijn ontwerp dreigde. Met plattegronden en photoshopmontages werden mogelijke uitwerkingen van het Stadskantoor, dat op dat moment al in aanbouw was, getoond die rampzalig zouden zijn voor het gebouw, maar die de architect mogelijk gedwongen zou worden om te maken.
22 November 2012 _ article by Wouter Vanstiphout _
Niet overal Nederland
Toevallig zijn er recent twee romans verschenen die zich alletwee afspelen in een nieuwe stad, die nog maar kort bestaat of zelfs nog niet af is. Dat gebeurt niet vaak, aan nieuwe steden zijn nog geen verhalen en geschiedenissen verbonden, ze hebben nog geen reputatie. Ze kunnen moeilijk als een complex personage ingezet worden zoals Oscar Wilde dat deed met het negentiende eeuwse Londen of Brett Easton Ellis met het New York van de jaren tachtig. Toch is dat nu gebeurd met Dubai, de plek waar Arnon Grunberg’s De man zonder ziekte zich (o.a.) afspeelt, en met King Abdullah Economic City in Saudi Arabië, die het décor vormt waartegen Dave Eggers Een hologram voor de koning situeert. Ze gebruiken beide deze New Towns als symbool van iets – maar van wat? Als een symbool van de betrekkelijkheid, of zelfs het einde van de westerse (en dus ook Nederlandse) manier van denken, dingen doen en dingen regelen?
5 September 2012 _ article by Michelle Provoost _
Paardenmiddelen
Bij de recente presentatie van het 25ste Jaarboek Architectuur in Nederland in het Nederlands Architectuur Instituut leidde Ole Bouman, de vijfde directeur van het NAi, de feestelijke bijeenkomst in met sombere woorden: was dit niet alleen de viering van het 25ste maar ook van het laatste Jaarboek? Was dit feest tegelijk een In Memoriam voor het Nederlandse architectuurbeleid van de afgelopen decennia? Hij heeft een punt: het architectuurlandschap in Nederland, dat rond 1990 werd opgebouwd uit het Jaarboek en het NAi, het Berlage Instituut, de opeenvolgende Architectuurnota’s, het SfA (Stimuleringsfonds voor Architectuur) en later ook de IABR (Internationale Architectuur Biennale Rotterdam), is ingrijpend aan het veranderen.
8 August 2012 _ article by Michelle Provoost _
Sprong over het heden
De eerste gemeenschap van verschillende huishoudens die meer dan alleen dagelijkse behoeften dient is het dorp. Deze nederzetting lijkt op de meest natuurlijke manier in het verlengde te liggen van het huishouden. [...] De volkomen gemeenschap die uit een aantal dorpen bestaat vormt tenslotte de polis. Deze heeft een denkbeeldige grens bereikt die bestaat in volledige onafhankelijkheid. Ze is ontstaan om leven mogelijk te maken, maar bestaat voort om goed leven mogelijk te maken.
Voor veel filosofen geldt wat voor veel politici en planners geldt: als ze de werkelijkheid beschrijven, beschrijven ze niet de zichtbare werkelijkheid, maar de essentie van de werkelijkheid; de werkelijkheid zoals ze zou moeten zijn. De filosoof reduceert de ongelimiteerde veelzijdigheid van de wereld tot eenvoudige en kloppende categorieën, waarmee weer een heel nieuw complex netwerk van relaties en betekenissen wordt geweven tot een systeem. En vanaf dat moment wordt het systeem gezien als de betere versie van de werkelijkheid.
Soms probeert hij het systeem toe te passen op keuzes die we moeten maken in de ‘vuile’ werkelijkheid zelf. Het filosofische systeem wordt dan een normatief instrument, dat de alledaagse werkelijkheid stapje voor stapje moet kunnen transformeren in de zuivere variant ervan.
Het werk van de planner gaat niet anders. De geschiedenis van de planning en de stedenbouw is er één van modellen voor hoe de stad er eigenlijk uit zou moeten zien, hoe zij eigenlijk gebruikt zou moeten worden, en waar en wanneer en door wie zij eigenlijk gebouwd zou moeten worden. We kennen de modellen van de esperantist en stenograaf Ebenezer Howard die de goede aspecten van het leven op het platteland zouden scheiden van de slechte kanten en ze konden koppelen aan de voordelen van de grote stad. Het resultaat is een universeel toepasbare schema voor karrenwielvormige tuinsteden in het groen, dat sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog tot een metastase heeft geleid van hiërarchisch opgebouwde steden en wijken overal ter wereld. We kennen ook de recente modellen voor Cradle-To-Cradle-steden voor de stedenbouw in Azië en de Arabische Emiraten: een van stoel tot stad ontworpen Gesamtkunstwerk, gebaseerd op een hermetische definitie van duurzaamheid. Maar ook de eigen omgang met de Nederlandse stad is gebaseerd op modellen, normen, universele en generieke diagrammen. Het ministerie van vrom beschrijft nauwkeurig aan welke kwantitatieve normen een woonwijk moet voldoen om leefbaar genoemd te worden. Criminaliteitscijfers, verspreiding in opleidingsniveau, het percentage huurwoningen versus koopwoningen, en nog een aantal zeer uiteenlopende criteria vormen hiertoe de meetinstrumenten. Iedere afwijking van de norm wordt met beleid en subsidies weer in het gareel gedwongen. Is het niet opvallend dat juist zij die zich beroepsmatig bezighouden met de grootste en meest complexe opeenhoping gegevens van een menselijke samenleving – de stad – ervoor kiezen om in de isolatie van het ontwerpbureau en de vergaderzaal, generieke ideaalmodellen te ontwikkelen voor de toekomst van onze steden?
Soms probeert hij het systeem toe te passen op keuzes die we moeten maken in de ‘vuile’ werkelijkheid zelf. Het filosofische systeem wordt dan een normatief instrument, dat de alledaagse werkelijkheid stapje voor stapje moet kunnen transformeren in de zuivere variant ervan.
Het werk van de planner gaat niet anders. De geschiedenis van de planning en de stedenbouw is er één van modellen voor hoe de stad er eigenlijk uit zou moeten zien, hoe zij eigenlijk gebruikt zou moeten worden, en waar en wanneer en door wie zij eigenlijk gebouwd zou moeten worden. We kennen de modellen van de esperantist en stenograaf Ebenezer Howard die de goede aspecten van het leven op het platteland zouden scheiden van de slechte kanten en ze konden koppelen aan de voordelen van de grote stad. Het resultaat is een universeel toepasbare schema voor karrenwielvormige tuinsteden in het groen, dat sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog tot een metastase heeft geleid van hiërarchisch opgebouwde steden en wijken overal ter wereld. We kennen ook de recente modellen voor Cradle-To-Cradle-steden voor de stedenbouw in Azië en de Arabische Emiraten: een van stoel tot stad ontworpen Gesamtkunstwerk, gebaseerd op een hermetische definitie van duurzaamheid. Maar ook de eigen omgang met de Nederlandse stad is gebaseerd op modellen, normen, universele en generieke diagrammen. Het ministerie van vrom beschrijft nauwkeurig aan welke kwantitatieve normen een woonwijk moet voldoen om leefbaar genoemd te worden. Criminaliteitscijfers, verspreiding in opleidingsniveau, het percentage huurwoningen versus koopwoningen, en nog een aantal zeer uiteenlopende criteria vormen hiertoe de meetinstrumenten. Iedere afwijking van de norm wordt met beleid en subsidies weer in het gareel gedwongen. Is het niet opvallend dat juist zij die zich beroepsmatig bezighouden met de grootste en meest complexe opeenhoping gegevens van een menselijke samenleving – de stad – ervoor kiezen om in de isolatie van het ontwerpbureau en de vergaderzaal, generieke ideaalmodellen te ontwikkelen voor de toekomst van onze steden?
1 January 2012 _ article by Wouter Vanstiphout _ Mythe en utopie van een onaangelijnd beest
What now for the regeneration of London?
"Riots always happen when cities consider themselves to be at a high point in terms of their urban development," says Dutch architectural historian Wouter Vanstiphout, speaking to me from his home in Rotterdam. "We've studied riots in every decade since the 1960s, and every time you can see that the officials of the city felt that on a planning level they were doing the most fantastic things."
18 August 2011 _ Wouter Vanstiphout _ Kieran Long; London Evening Standard
Back to normal?
In November 2005 French President Jacques Chirac welcomed back normality, after weeks of riots in the French banlieues. Instead of 1,000 to 1,500 vehicles being burnt every night, it went back to 163, and then kept to the normal 50 to 150. Every night of the year dozens of cars are being set on fire in the French banlieues and this had been going on for years on end.
11 August 2011 _ article by Wouter Vanstiphout _