Reads

The Death and Life of Great Urban Concepts

“There seems little doubt that for most of the still growing world cities of the present time, the Dutch solution is the right model.” Peter Hall 1966
“For me, this inter-urban landscape of marinas, research labs, hypermarkets and industrial parks represents the most hopeful face of Britain at the end of the century. The countryside as we used to know it, apart from the National Trust’s colour-coordinated nature trails, is now little more than an agribusiness by-product. We live in the TV Suburbs, among the video shops, take-aways and police speed-check cameras, and might as well make the most of them, since there is nowhere else to go.” J.G. Ballard, 1994
One of the most succesfull urban models to have been developed by London planners is the Randstad Holland. The year 1966 saw two British publications that would have a worldwide impact and would shape the international reputation of Dutch Planning and its legendary self confidence: Peter Halls World Cities and Gerald Burkes Greenheart Metropolis.

26 July 2011 _ article by Wouter Vanstiphout

Inauguration speech Wouter Vanstiphout

The 9th of June, Wouter Vanstiphout will be officially inaugurated as professor at the Delft University of Technology. In his inauguration speech he will address the relationship between the immaterial world of politics and the political potency of tactile design – and vice versa.
2 June 2010 _

De architect heeft het gedaan!

Bepaalt het ontwerp van een stad of de mensen die er wonen gewelddadig worden? Deze op het eerste gezicht vergezochte vraag – er zijn immers zoveel meer voor de hand liggende verklaringen voor geweld dan de inrichting van de openbare ruimte, de onderlinge afstand van de gebouwen of de straatprofielen – werd ineens heel erg actueel in het najaar van 2005. Toen braken in de buitenwijken van verschillende Franse steden rellen uit tussen Afrikaanse en Noord‐Afrikaanse jongeren en de politie, die zouden leiden tot honderden uitgebrande auto’s, winkels en woningen en tientallen doden, en tot een golf van angst, op de toppen waarvan Nicolas Sarkozy uiteindelijk naar het presidentschap surfte.
1 May 2010 _ article by Wouter VanstiphoutDe rol van stedenbouw, architectuur en stadsbestuur in de rellen in de Franse voorsteden van 2005

Terug naar het kannibalisme

“De steden zullen dorpsgewijs bewoond worden” Dat was het adagium van Piet Blom toen hij zijn plannen presenteerde voor de vernieuwing van de Jordaan, de hyperdichtbebouwde stadswijk waar hij een product van was. Alleen een stedeling zou een zo romantisch idee van het dorp kunnen hebben, en alleen een architect zou zijn eigen voorstel verdedigen met een mystieke profetie over de toekomst. Wanneer steden dorpsgewijs bewoond worden is het meestal als zij door allerlei redenen van buitenaf of van binnenuit uit elkaar vallen, leeglopen en desintegreren. Dit geldt voor het oude Constantinopel toen er in de periode van de invasies door de Turken nog maar een fractie van haar oorspronkelijke bevolking woonde, geclusterd in kleine gehuchten rond een oude kerk, schapen hoedend in de schaduw van de machtige stadsmuren en paleizen.1 Het geldt ook voor het Berlijn tussen de bouw en de val van de muur, waar te midden van het niemandsland, de puinbergen en de braakliggende terreinen, de anarchisten, dienstweigeraars, turken en kunstenaars zich terugtrokken in zelfvoorzienende enclaves. Dus Piet Blom had zeker gelijk met zijn voorspelling, iedere stad, zelfs de Jordaan zal ooit zo zwaar in de problemen komen, dat er niks anders opzit dan haar dorpsgewijs te bewonen.
13 October 2008 _ article by Wouter Vanstiphout

Vlaams Architectuurjaarboek

Dames en Heren, Mijn naam is Wouter Vanstiphout; Ik ben architectuurhistoricus werkzaam bij Crimson Architectural Historians in Rotterdam; mijn nationaliteit is de Belgische. Verder is het goed om bij het lezen van deze tekst ervan uit te gaan dat ik in alle andere opzichten Nederlander ben. Ik woon er immers reeds zo’n dertig jaar. Toch speelt België voor mij wel degelijk een belangrijke rol: het België van de jaren zeventig, meer bepaald de Zuider Kempen, vormen voor mij nog steeds een dikwijls melancholische maar even zo vaak een bijna surrealistische referentie, die ongetwijfeld niets meer met de werkelijkheid van België van doen heeft, maar die toch een vervormend effect heeft op de werkelijkheid die ik waar dan ook aanschouw. Rijdend door plekken zo verschillend als Fort Lauderdale, kleine steden op de Pampa’s in Argentinië, marktsteden in Kreta en zelfs Indiase nieuwe wijken, kan ik mijn reisgenoten nog steeds tot razernij drijven door op te merken: “ het lijkt hier op België”. Dat laat zich gemakkelijk verklaren uit het feit dat ieder verstedelijkingsproces in de wereld op al duizenden jaren op dezelfde manier verloopt, het privé initiatief dat zich door middel van gebouwen, als paparazzi langs een rode loper, manifesteert aan een doorgaande straat. Overal, behalve in Nederland, waar dit geen algemeen beeld (meer) is. De hele wereld lijkt dus op elkaar, behalve Nederland. Maar deze tweedeling is zo grof en lijkt zo stupide dat zij meer over mij moet zeggen, dan over de ruimtelijke orde van Nederland of België. Kennelijk is in mijn onderbewustzijn alles wat niet Nederland is, België geworden.
19 June 2008 _ Presentatie Vlaams Architectuurjaarboek door Wouter Vanstiphout

Urban renewal

Voor de derde en laatste keer maakte Michelle Provoost deel uit van de redactie van het welbekende Jaarboek van de Nederlandse architectuur, samen met Allard Jolles, Cor wagenaar en Daan Bakker. Het volgende artikel is één van haar bijdragen aan het Jaarboek: / For the third and last time Michelle Provoost was editor of the wellknown Yearbook of Architecture in the Netherlands, together with colleagues Allard Jolles, Cor Wagenaar and Daan Bakker. The following article is one of her contributions to the Yearbook: Recent years have witnessed a growing sense of unease about the standard of architectural criticism – there is too little of it, the magazines are superficial, some have even pronounced it dead. One perceived obstacle is the lack of any common denominator in architectural production, either of movement, language, aim or conviction. At a time when ‘a style for the job’ is the rule and many positions appear to have become interchangeable, it is simply impossible to make any meaningful comparison of buildings. The same applies to standpoints, which are rarely articulated by architects nowadays.
15 May 2008 _ article by Michelle Provoostinvention, transformation and the power of the architect

Een dubbele Tabula Rasa

Zelden heb ik mij met zoveel woede over een stedelijk project uitgelaten als in 1997, over de vernieuwing van de Bijlmermeer, zowel in een essay in het Tijdschrift De Gids, als in een televisiedocumentaire van de VPRO.2 Gedwongen om er nu, tien jaar later, opnieuw over te schrijven, moet ik een deel van mijn misprijzen herzien. Wat er in de Bijlmermeer, of zoals het nu heet Amsterdam Zuidoost, is gebeurd, is vele malen complexer dan ik toen kon begrijpen, en hoe het zich na 1997 heeft ontwikkeld is ingrijpender dan ik toen durfde te voorspellen.
De aanleiding voor dit stuk is ten opzichte van de totale vernieuwing van de Bijlmer een uiterst bescheiden opgave, een nagekomen voetnoot als het ware: de aanstaande fysieke vernieuwing van de buurt Heesterveld, gelegen naast de wijk Hoptille en het spoor, vlakbij metrostation Bullewijk. Gezien de vele meningen, ideeën, politieke uitspraken, communicatietrajecten, onderzoeken en adviezen waar dit stuk zich mee vermengt, is het misschien nuttig om even kort het complex Heesterveld te beschrijven als wat het is: architectuur.

18 October 2007 _ article by Wouter VanstiphoutHeesterveld, Ymere, het NAi en de Bijlmermeer

Rotterdam Architectuurstad?

Deze column is geschreven in het midden van een verwarrend jaar voor architectuur in Rotterdam. Er is een Biënnale en een Le Corbusier tentoonstelling en de stad hoopt toeristen aan te trekken door zich Architectuurstad 2007 te noemen. Tegelijkertijd staat in het jaarboek voor de architectuur niet één Rotterdams gebouw en heeft Archiprix niet één prijs, zelfs geen eervolle vermelding, toegekend aan een student van de Academie voor Bouwkunst Rotterdam.

De grote events, waarmee Rotterdam architectuur neerzet als een culturele attractie, gecombineerd met de aanwezigheid van de nationale instituties NAi en het Stimuleringsfonds, plus het feit dat de beste en belangrijkste architectenbureaus nog altijd in Rotterdam zijn gevestigd hebben deze stad een vals gevoel van zekerheid gegeven over haar status als architectuurstad. De Archiprix en jaarboekvoorbeelden zouden immers evengoed als teken gezien kunnen worden dat deze stad als kweekvijver weinig meer voorstelt. En wat betreft die architectenbureaus: wat blijft er over wanneer het OMA daadwerkelijk naar Brussel verhuist zoals Rem Koolhaas enige maanden geleden zei te overwegen?

1 September 2007 _ article by Wouter Vanstiphout

Nieuwe stedenbouw voor u

‘Laat het stikken in zijn centen, in zijn kaas en in zijn krenten.’ Dit schreef Willem Elsschot in 1934 over Nederland, naar aanleiding van zijn laffe houding tegenover de executie van Marinus van der Lubbe door de Nazi’s. Het lijkt alsof Elsschots vloek – hijzelf heeft jarenlang in mijn woonplaats Rotterdam gewoond – aan het uitkomen is. Nederland, net als veel andere West-Europese landen, is aan het stikken in zijn eigen centen, in zijn eigen welvaart, in zijn eigen regelingen, zijn bestuursvormen, zijn wetten, zijn adviseurs, zijn organisaties, zijn visies, zijn procedures, zijn plannen en zijn beleid. Er stonden afgelopen week twee berichten naast elkaar in de krant. Het eerste vertelde het verhaal van een keurige middenstandbuurt, waarvan de bewoners eisten, tot bij de rechter, dat er een hoge geluidswal moest worden opgericht om hen tegen een bron van overlast te beschermen als zij in de tuin zaten. De gemeentelijke dienst is nu verplicht om metingen te komen verrichten en te kijken of de door de provincie vastgestelde decibelnorm is overschreden en de gemeente dus verplicht kan worden om de wal te bouwen. Wat was de bron van overlast? Een kinderdagverblijf dat, als het warm weer is, de kinderen buiten laat spelen. Het andere bericht was een opiniestuk geschreven door Nederlands grootste autoriteit op het gebied van Volkshuisvesting, prof. Hugo Priemus. Hij beschrijft hoe in Nederland de overheid ieder instrument voor het controleren van ruimtelijke ordening op een schaal groter dan een gemeente feitelijk uit handen heeft gegeven door een golf van decentralisaties en beleidsnota’s. Erger nog: dat de gemeentes het beetje controle dat ze hebben nauwelijks kunnen waarmaken onder de druk van projectontwikkelaars die gebruikmaken van grondposities die hun volgens de Nederlandse wet een keihard en onvervreemdbaar recht op bouwen en dus ook op niet-bouwen en speculeren geven, ook als daarmee publieke belangen worden geschaad.
1 June 2007 _ article by Wouter Vanstiphout

New Towns on the Cold war Frontier

Looking at the cities that were built from scratch during the fifties and sixties all over the world, it is astonishing to see how the world population growth was accommodated along very similar lines in places very remote and different in culture and political background. Whether one looks at the Villes Nouvelles around Paris, the New Towns close to London, the new parts of Stockholm or cities like Hoogvliet in the Netherlands, a similar strategy and design method was applied. These cities were erected based on the ideas of the garden city, and a hierarchical ordering and zoning of functions relying on modernist urban planning. Starting in the London region in the forties, these New Towns soon became the panacea for urban growth in Western Europe. Harder to understand is how the same modernist urban planning started to pop up and spread in developing, decolonising countries in Africa, the Middle East and Asia. The export of these New Town principles can only be understood from the background of the Cold War period, in which the east and west were both competing for the loyalty of the third world in every which way they knew how. While the endeavours of the Soviet Union in this field remain largely unresearched, it is clear that the US sent out a number of urban planners and architects to countries in strategic places like the Middle East. The hypothesis soon formed that urban planning was considered to be a powerful instrument in cold war politics, and that the export of architecture and planning functioned as a means of cultural in stead of political colonization.
1 May 2007 _ article by Michelle ProvoostHow modern urban planning was exported as an instrument in the battle for the developing world
menu