Een korte introductie op deze plek III

lecture by Michelle Provoost
het platteland
23 December 2019

Aan mij de schone taak om in 6 minuten uit te leggen wat de link is tussen Hugh Maaskant, de naamgever van deze avonden en het gespreksonderwerp vanavond, het platteland.
Hugh Maaskant was een boomlange architect uit Rotterdam, ook wereldberoemd, maar dan in Nederland. Zijn belangrijkste werk stamt uit de wederopbouwperiode. Hij drukte zijn stempel op het nieuwe Rotterdamse centrum maar bouwde daarnaast in heel Nederland talloze fabrieken, duizenden huizen, kantoren en scholen als onderdeel van de sociaal-democratische welvaartsstaat.

maaskant_amsterdam-e1sm.jpg

Ook in Amsterdam staan een aantal van zijn gebouwen zoals het Confectiecentrum, tegenwoordig het World Fashion Centre, het Nederlands Luchtvaart Laboratorium en het kantoorgebouw Rivierstaete. Ik geloof niet dat men in Amsterdam bijzonder op Maaskants werk gesteld was of is. Rivierstaete, aan de Amstel, was altijd een van de meest gehate gebouwen van de stad, totdat het onlangs onherkerbaar gerenoveerd werd. Andersom hield Maaskant misschien ook niet zo van Amsterdam. Rivierstaete is moeilijk anders te begrijpen dan als een regelrechte aanslag op de omliggende woonwijk, als een opmaat naar de destructie en sanering ervan, om het door iets mooiers en moderners te vervangen.

Maaskant hield van de grote schaal die de groeiende naoorlogse economie met zich meebracht. Door programma’s te combineren en te stapelen gaf hij zichzelf de mogelijkheid om een groot architectonisch gebaar te maken. Hij was er niet bang voor, omarmde alles wat nieuw was, was een overtuigde architect van de vooruitgang. Er waren natuurlijk critici die zijn gebouwen onmenselijk vonden en veel te groot, die de menselijke maat verloren zagen gaan. Tegen hen zei Maaskant: “U doet me denken aan mijn vrouw, die zoekt ook al haar hele leven naar schoenen die van binnen groot zijn en van buiten klein. Die vindt ze niet. Het leven is kiezen.”

De periode dat Maaskant zijn bureau uitbouwde tot een van de grootste van Nederland, viel samen met een radicale transformatie van het platteland door de landbouwmodernisering die onder leiding van Sicco Mansholt plaatsvond. De ruilverkaveling leidde tot een metamorfose van het Nederlandse landschap, met nieuwe sloten, wegen, bomenrijen en een rucksichtsloze schaalvergroting. Het landschap was een plek van technologische innovatie. Specialisatie, automatisering en de invoering van allerlei machines leidden tot een enorme toename van de productie, tot voedselzekerheid en uiteindelijk zelfs tot boterbergen en melkplassen. Met als keerzijde pesticiden, monoculturen en drainage met een verwoestende uitwerking op de biodiversiteit van dieren en planten.

Maaskant had een rotsvast en onbezorgd vertrouwen in de technologische ontwikkeling, “in het technisch kunnen van onze generatie”. Hij werkte voor moderne fabrieken en bedrijven, gebruikte de nieuwste vindingen qua materialen, technieken en machines in zijn gebouwen, had geen last van de argwaan die ook toen al bestond -denk aan Playtime van Jacques Tati- tegen TL-verlichting, buizenpost, intercom, dat het gevaarlijk of onmenselijk zou zijn. Hij zag hoe de natuur verdrongen werd door de cultuur, maar beschouwde het als de prijs die betaald moest worden aan de techniek, “dezelfde techniek die wij nodig hebben om niet te verhongeren”.

Naast de landbouwhervorming was in de jaren zestig voor het platteland van betekenis dat door de nationale ruimtelijke ordening een beschavingsoffensief werd ondernomen in de vorm van achtereenvolgende ruimtelijke nota’s die als een spinnenweb een net van rijkswegen projecteerden over het hele land tot in de uithoeken van Oost-Groningen en Zuid-Limburg. Daarmee schiepen ze de condities voor het vormen van een ‘Stad Nederland’, waarin de stadscultuur als een egalitaire deken over het land uitgespreid zou worden, een kolonisatie van het platteland vanuit de Randstad.

Maaskant zag het platteland als iets dat in dienst stond van de stedeling en hij stond daarin niet alleen. Behalve voor de productie van voedsel diende het voor recreatie, zoals het merkwaardige bermtoerisme dat in de jaren zestig populair was, waarbij stedelingen hun auto in de berm van de weg parkeerden, het zitje uitklapten en naar voorbijrijdende auto’s gingen kijken. Maaskant zei hierover: “Ongetwijfeld wordt door de moderne ontwikkeling van ons land de natuur beknibbeld of zelfs verwoest. Er worden echter ook nieuwe mogelijkheden geschapen: de gesloten buitens en bosbezittingen die opengesteld worden; onze prachtige autowegen die een bevrijdend ruimtegevoel geven ten opzichte van de vroegere wegen met hun lintbebouwing; een Veluwemeer; een Delta-plan; onze grootse nieuwe polders enz. […] Onze bevolking verstedelijkt in een snel tempo en wenst ook niets anders, vooral de jeugd die het boerenland eenvoudig verlaat. Stedelingen worden cultuurproducten en gedijen niet erg in de vrije natuur. Hun grootste genot is in hun vrije tijd zoveel mogelijk rijden.

Het platteland liep leeg, de jeugd verhuisde naar de stad en liet het boerenbedrijf achter zich, en het aantal boeren verminderde sterk door modernisering en schaalvergroting. Kort gezegd kwam er een rural-urban exodus op gang zoals we nu in sommige ontwikkelende landen zien. Daarmee werd ook een andere exodus mogelijk, die van de middenklasse naar het platteland, die daarmee het beschavingsoffensief vanuit de grote steden bevorderde. Maaskant richtte zijn ontwerppraktijk op de opgaven van verstedelijking, ook al om ervoor te zorgen dat het platteland en de natuur niet zouden ‘verkankeren’ door allerlei verspreide bouwwerken. Hij richtte zich op het vormgeven van de metropool zoals ook andere architecten zich later op metropolitan architecture hebben gericht.

Kortom -in hedendaagse termen- hij hield zich bezig met het tegengaan van sprawl, hij omarmde de technologische vooruitgang in al zijn aspecten, ontwierp voor migratie en verstedelijking. In de fascinatie voor modernisering, het geloof in de technologie en de grote schaal en in de fundamentele houding dat het platteland ten dienste staat van de stad lijkt me dat de sprekers en Maaskant elkaar vanavond kunnen vinden.



menu