Wil Delfshaven meer zijn dan een moeizaam verdedigd cluster van molenrompen, antiekzaakjes, horeca, gallerietjes, musea en een kerk dan zal zij een rol in de stad moeten gaan spelen en haar andersheid op agressieve wijze moeten uitbouwen. Dit betekent geenszins dat zij haar identiteit als Historisch Delfshaven moet opgeven; het betekent dat aan de term historisch een rijkere en meer positieve connotatie wordt toegekend. Daartoe dient Delfshaven allereerst weer voeling te krijgen met zijn eigen verleden. Want in de geschiedenis van Delfshaven vinden we de voornaamste aanleidingen om haar deel te laten zijn van de hedendaagse stad waar zij tegen wil en dank deel van uitmaakt. Te lang is geschiedenis gezien als iets statisch en passiefs, dat verdedigd moet worden tegen de aanvallen van het hedendaagse. We weten inmiddels dat geschiedenis op verschillende manieren kan worden ingezet om de hedendaagsheid te transformeren. Wil Delfshaven een vlucht naar voren maken en een toeristisch, recreatief en consumentistisch netwerk worden, dan zal zij haar belangrijkste wapen in stelling moeten brengen: geschiedenis.
Het ontstaan van Delfshaven en de ontwikkeling tot de negentiende eeuw is onlosmakelijk verbonden met de oude stad Delft. Op basis van de handel in agrarische produkten en de hiervan afgeleide ambachtelijke nijverheid, wist Delft zich in de veertiende eeuw een positie te veroveren als centrale marktstad. Voor de export van haar artikelen, waaronder het in die tijd beroemde Delftse bier, bleef Delft echter afhankelijk van steden als Schiedam en Rotterdam met een open zeeverbinding aan de Maas. Om de hoge overslagkosten van deze steden te ontlopen besloot Delft kilometers buiten haar eigen grondgebied een haven aan te leggen. Hiervoor werd in 1389 het kanaal de Schie gegraven en de bijstad Delfshaven aangelegd. Historisch Delfshaven is bijzonder en populair omdat het een onverwacht fragment is van het soort historische stad dat in Rotterdam vrijwel volledig is verdwenen. Het bezit een relatief grote dichtheid van tot de verbeeldingsprekende architectuur als de laat-Gotische Hervormde Kerk, het pakhuis De Dubbelde Palmboom, het Zakkendragershuisje uit 1653, het negentiende-eeuwse standbeeld van Piet Heijn, het renaissancepand 'De Ooyevaar' van de voormalige destileerderij Henkes en in de directe omgeving de Delftse V.O.C-Kamer. Delfshaven is een rudiment, daardoor aantrekkelijk maar ook eenzaam. Het vertegenwoordigt geschiedenis in een stad die juist de afwezigheid van geschiedenis tot haar thema heeft gemaakt. Delfshaven is daardoor volkomen geïsoleerd van de stad waar zij middenin ligt. Zij is eveneens vervreemd van de deelgemeente Delfshaven, de multiculturele volkswijk waar zij in bestuurlijk opzicht onderdeel van uit maakt. Terwijl historisch Delfshaven geografisch gezien het centrum van de deelgemeente is, is er - vooral wat betreft het water - sprake van een cul de sac , een doodlopend staartstuk van een niet meer functionerend lichaam. Waar het water vroeger via een sluis in verbinding stond met de Maas, stuit het thans op de harde barrière van de Westzeedijk, de belangrijkste waterkering van Rotterdam. Door het verdwijnen van de doorvaartmogelijkheid en de hieraan gepaarde bedrijven verliest het water zijn logica. Het gevolg hiervan is dat de Buizenwaal en de Middenkous, ooit bedrijvige havenbekkens, nu dood zijn. Het dichtgooien van de verbinding met de Maas is één van de belangrijkste redenen dat Delfshaven steeds meer een fremdkörper is geworden, dat de omliggende buurten de rug toekeert. Hoewel de aangrenzende volkswijken Bospolder, Tussendijken en het Nieuwe Westen zouden kunnen profiteren van de nabijheid van dit stukje historische stad, levert het hen in economisch of cultureel opzicht weinig op. Omgekeerd lijkt Historisch Delfshaven nog minder aan de volkswijk te hebben. Binnen Delfshaven zèlf heeft een opdeling plaatsgevonden in economische sectoren. Ieder voor zich functioneren ze eerder ondanks dan dankzij de aanwezigheid van de ander. Genesteld rondom de Kolk bevindt zich de zogenaamde harde horeca met gezicht zowel op de Schiedamse weg als op de Kolk. Aan de Voorhaven bevindt zich juist een specifiek mélange van galerieën, restaurants en antiek- en curiosazaken. Tenslotte wordt de zuidzijde weer gedomineerd door een reeks sociale woningbouwprojecten uit de jaren zeventig, waaronder enkele werken van Carel Weeber. Delfshaven is een deelgemeente met een enorme woningdichtheid en wordt voor een groot deel bevolkt door mensen met een laag inkomen. Historisch Delfshaven vormt een luxueuze oase middenin een economische woestijn; zij is er echter niet in geslaagd de armoedigheid die armoede met zich mee brengt tegen te gaan. Ook achter de zeventiende eeuwse panden bevindt de openbare ruimte zich in een droevige staat van onderhoud. Veel openbare plekken zoals de aanlegsteigers onderlangs de Westzeedijk zijn niet goed zichtbaar en alleen met grote omwegen te bereiken. Zelfs als plekken bereikbaar zijn, liggen de toegangen vaak verscholen achter bebouwing of groen. Historisch Delfshaven bezit een enorme verzameling openbare ruimten die erop wacht als zodanig behandeld te worden: restjes braakliggend terrein, het water met de kaden, de winkelruimtes, de binnenterreinen, de prikbosjes en de verzakte trottoirs. [modula id="1991"]